4e kwartaal 2016

Prinsjesdag 2016 en pensioen
De met Prinsjesdag gepresenteerde kabinetsplannen leiden ertoe dat de koopkracht in 2017 gemiddeld genomen voor iedereen toeneemt, ook voor gepensioneerden. Dit is uiteraard een positieve boodschap, maar mogelijk dat de aangekondigde pensioenkortingen roet in het eten gooien. Veel pensioenfondsen staan er namelijk slecht voor vanwege een lage dekkingsgraad.

In de afgelopen jaren zijn er al diverse wetgevingen ingevoerd die de pensioenopbouw versoberen waardoor langer doorwerken noodzakelijk wordt. Op dit moment zijn er voor werknemerspensioenen geen nieuwe concrete plannen voor verdere aanpassing, maar uitgesloten is uiteraard niets.
Het is en blijft voor iedereen van belang om pensioen serieus te benaderen. Tijdig beginnen met pensioenopbouw én een doorlopende monitoring van de stand van zaken is tegenwoordig een must.

De Wet Pensioencommunicatie
Sinds 1 juli 2016 is deze nieuwe wet van kracht. Het doel van de wet is om de communicatie over pensioen te verbeteren zodat iedereen meer en beter inzicht heeft in hoeveel pensioen hij of zij kan verwachten, wat de risico’s en keuzemogelijkheden zijn en of de hoogte van het pensioen voldoende is.

Om dit te bereiken, zijn in de Wet Pensioencommunicatie een aantal verplichtingen voor pensioenuitvoerders opgenomen waarvan met name het zogenaamde Pensioen 1-2-3 van belang is.

Het Pensioen 1-2-3 is een nieuwe vorm van communicatie en vervangt de startbrief.
Pensioen 1-2-3 biedt de informatie over de pensioenregeling in een drietal lagen aan. Het doel van de gelaagdheid is dat elke werknemer naar eigen behoefte geïnformeerd wordt over de inhoud van de pensioenregeling. De lagen zijn als volgt opgebouwd:

Laag 1 De pensioenregeling ‘in 5 minuten’
Biedt een kort overzicht met de belangrijkste informatie over de pensioenregeling.
Laag 2 De pensioenregeling ‘in 30 minuten’
Biedt meer informatie en gaat dieper in op de onderwerpen van laag 1.
Laag 3 De pensioenregeling ‘in detail’
Bevat overige documenten, zoals het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst.

De pensioenknip
Werknemers die voor 1-1-2017 de pensioendatum bereiken en een pensioenkapitaal ter beschikking krijgen, hebben onder voorwaarden de mogelijkheid om gebruik te maken van een pensioenknip.
Het beschikbare pensioenkapitaal wordt dan op de pensioendatum gesplitst in twee delen Een klein deel van het kapitaal wordt gebruikt voor het aankopen van tijdelijke uitkeringen. Het andere deel van het pensioenkapitaal wordt tijdelijk uitgesteld en komt na afloop van de tijdelijke uitkering ter beschikking. Met het beschikbare kapitaal moet op dat moment alsnog een levenslange uitkering aangekocht worden. Deze levenslange uitkering wordt opnieuw berekend tegen de op dat moment geldende rentetarieven en levensverwachtingen.
Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om meer bedenktijd te kopen en mogelijk te profiteren van een rentestijging. De rentestand kan echter ook lager worden waardoor de uitkering lager uitvalt. Tevens kan een toenemende levensverwachting nadelig uitpakken voor de berekening van de levenslange uitkering.
Pensioenuitvoerders zijn verplicht om op verzoek mee te werken aan een pensioenknip.

De Wet Verbeterde Premieregeling
Met de invoering van de Wet Verbeterde Premieregeling per 1 augustus 2016 hebben deelnemers aan een kapitaal- of premieregeling niet meer enkel de keuze om een vaste, zekere pensioenuitkering aan te kopen, maar bestaat tevens de mogelijkheid om een variabele, beleggingsafhankelijke pensioenuitkering aan te kopen.

Wanneer een deelnemer kiest voor een variabele pensioenuitkering is de hoogte van deze variabele pensioenuitkering afhankelijk van de marktrente, het jaarlijkse beleggingsresultaat op het pensioenkapitaal en de sterfte- en levensverwachtingen.
Een pensioenuitvoerder mag echter ook een variabele pensioenuitkering met een vaste daling aanbieden. Bij de berekening van de uitkering houdt de uitvoerder dan rekening met toekomstige, verwachte beleggingsresultaten. Dit leidt tot een hogere aanvangsuitkering. Er wordt dan dus vooraf al rekening gehouden met een bepaald rendement.

Op dit moment zijn de pensioenuitvoerders nog druk doende met het ontwikkelen van dergelijke variabele pensioenproducten en zijn er nog geen concrete aanbiedingen mogelijk.
Een pensioenuitvoerder is overigens niet verplicht een zo’n variabel pensioen-aanbod te doen. Een werknemer mag echter altijd gebruik maken van een aanbod van een andere pensioenuitvoerder (hij mag ‘shoppen’).

Pensioen in eigen beheer
Het kabinet wil af van het regelen van pensioen in eigen beheer van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Dit betekent dat elke DGA in 2017 zal moeten kiezen hoe hij verder gaat met zijn pensioen. Bent u DGA, dan wordt u hierdoor geraakt en dient u een weloverwogen keuze te maken.
In hoofdlijnen heeft een DGA zo dadelijk drie keuzemogelijkheden met zijn bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer :

  • afkopen van het pensioen
  • omzetten van het pensioen in oudedagssparen in de eigen BV
  • bevriezen van de pensioenreserve in eigen beheer

Ook zult u als DGA een beslissing moeten gaan nemen op welke manier u vanaf 1-2017 uw oudedagsvoorziening vorm gaat geven.